Monday, September 28, 2009

Gewogen en te licht bevonden

Er volgde een tijd van vele ups en downs. Bij tijden was ik opgewekt en kon doorgaan en bij tijden stortte ik neer in een hoop van verdriet en ik dacht, ik kan dit niet meer volhouden. Op het moment dat ik dacht dat God me verlaten had, was daar een telefoontje van Joan (mijn zus) en ze zei: ik heb een maaltijd voor je gemaakt, ik kreeg de boodschap van God.

Ik wist dan dat God over ons waakte met voldoende zorg om maaltijden te voorzien op de zwaarste dagen. Ik vroeg nooit om die maaltijden, ik vertelde haar nooit wanneer het moeilijk was – en toch, op de donkerste dagen – zou ze me een maaltijd brengen. Heb ik je ooit bedankt liefste Zus, voor zoveel liefde?
Heb ik je ooit echt bedankt en verteld, hoeveel dat voor me betekende? Daardoor bracht je God’s aanwezigheid onmiddellijk terug in mijn leven. DANK JE.

Mijn kinderen waren de reden voor me om op te staan in de ochtend. Ik zette ‘praise en worship’ muziek aan in de auto, moedig fluisterend aan God – ik zal Uw naam loven, wat er ook gebeurt, en vervolgens de hele weg naar werk huilen, terwijl ik probeerde de lofliederen mee te zingen.

Werk had zijn eigen vreemde moeilijkheden. We zijn in een open plan kantoor en de radio speelt op de achtergrond – zachtjes – maar het is er. Als je ooit met iemand gesproken hebt die door moeilijke tijden gaat – zullen ze je vertellen hoe verschrikkelijk moeilijk het is om naar muziek te luisteren. De teksten van de meeste liederen zijn liefdesliedjes , of verdrietige liedjes, of liedjes die je ergens aan herinneren.
Later – ik was zo dankbaar voor die radio – werd ik immuun daartegen – anders, hoe lang zou het duren voordat ik weer naar muziek zou kunnen luisteren?

Winkelen was weer een andere nachtmerrie. Ik voelde ‘anders’. Ik voelde alsof ik niet langer behoorde tot een eenheid. Ik had nooit bewust gedacht, dat ik deel was van een eenheid, maar nu, in de afwezigheid daarvan – werd ik me terdege bewust van die gedachte. Ik behoorde nu tot een andere klasse, een alleenstaande vrouw, een in de steek gelaten vrouw, een persoon die op de vuilnishoop van het leven is gegooid – gemerkt – niet goed genoeg. Het voelde alsof het op mijn gezicht te lezen was.

En waar ik om me heen keek, zag ik gelukkige paartjes, hand in hand. Ik dacht – waarom hebben ze dat voor elkaar gekregen, en ik niet. Ik zag niet de mensen die alleen waren, of de mensen die samen liepen, maar eigenlijk alleen waren. Ik zag niet (zoals ik nu doe) dat niet iedereen een band heeft – een ‘gelukkig’ paar is. Ik zag de saamhorigheid van mensen en ik miste dat.

De eerste keer dat ik boodschappen ging doen werd ik helemaal overrompeld door de gang met deodoranten. Ik stond stil bij de deodorant voor mannen en dacht: ik kocht dat altijd voor hem, en nu zal ik het nooit meer kopen voor hem….

Ik leerde dat alles wat je voor het eerst alleen moet doen, het moeilijkste was. Herhaaldelijk luisteren naar de radio, regelmatig boodschappen doen – dat alles werd gemakkelijker naarmate ik anders ging denken.
Over de deodorant dacht ik – wel, Prof, je moet je eigen deodorant nu kopen – ik spaar een beetje geld. Over de paartjes in de winkel, begon ik te denken – hoeveel zijn er werkelijk gelukkig, hoeveel zijn eerlijk tegen elkaar . Door dit te denken bracht mij tot de volgende gedachte: men weet nooit echt wat er schuil gaat onder de oppervlakte.

No comments:

Post a Comment