Monday, November 2, 2009

Een dag uit het leven in de canyon

Terwijl ik terug kijk naar de foto’s van de Canyon, heb ik een vreemd verlangen om het weer te doen. Misschien kan ik begrijpen waarom de anderen het reeds 8 keer gedaan hebben – en van plan zijn, het steeds opnieuw te doen voor zolang de gezondheid hen dit toelaat.

Ik kijk naar de vreemde schoonheid en onthoud de stilte die je daar begroet. Dus…. Ik denk – ik heb een paar tamelijk nieuwe hiking schoenen in de kast…. Ja – misschien volgend jaar of zo?

De volgende keer zal ik beter voorbereid wezen. Schoenen ingelopen, meer pijnstillers in de rugzak en GEEN Jelly Tots.

Deze hike is slechts open in de wintermaanden vanwege de enorme hitte. Een andere factor die de hike bepaalt, is water. De beschikbaarheid daarvan, of liever het gebrek ervan.


Als je geen water hebt, dan hike je niet. Iets anders wat de groep geleerd heeft is, om zo vroeg mogenlijk in het seizoen te gaan. Hoe later je gaat, hoe minder water er is en hoe slechter de kwaliteit van het water is.
De foto is van Des, die de kostbare bron van leven omhoog houdt!

Wanneer je aankomt bij de Canyon en je kijkt naar beneden naar de verlaten dieptes, alles droog, dor – geen teken van leven – vraag je jezelf af: Waar ben ik aan begonnen?

Je kijkt naar beneden naar die angstaanjagende dieptes en vraagt je af – zal ik in staat wezen om deze reis te voltooien.
Als je ergens blijft steken moet er een helicopter komen om je uit de Canyon te krijgen. Ik heb ‘gehoord’ dat er een ‘ontsnappings’ route uit de Canyon is – ergens. Ik heb ‘gehoord’ dat mensen die genomen hebben, ik heb ‘gehoord’ dat het moeilijker is om daar uit te klauteren, dan om te eindigen.
Ik heb het nooit gezien en ken niemand persoonlijk die de ‘ontsnappings’ route genomen heeft. Je gaat naar beneden, je loopt en je eindigt – ongeacht wat.
In dit verband wordt het een psychologische wandeling – meer dan een moeilijke. De strijd wordt gestreden en gewonnen in je gedachten voordat het ooit je voeten bereikt.

Al deze gedachten gaan door je hoofd als je daar staat te kijken en staat na te denken over wat je gaat doen. Er komt een gevoel van spanning in je maag en je beseft dat de anderen hetzelfde denken.

Dan gaan we van start. Je klimt de hele dag naar beneden. Langs de weg, op de gevaarlijke punten, zijn kettingen om je aan vast te houden. Ik weet niet hoe ver je naar beneden valt – misschien 2 km?
Aan het einde van Dag 1, moet je een geschikte slaapplaats vinden en gaat slapen. Geen toiletten, geen bedden, geen tenten. Je draagt al je voedsel en spullen met je mee naar beneden – ongeveer 20 kg voor de mannen, 12-16 kg voor de vrouwen.

Je slaapt op de harde grond, onder de sterren. Onze hike was tijdens volle maan. Gelukkig had men mij gewaarschuwd om een muts mee te nemen. De eerste reden is om je hoofd warm te houden – het wordt koud ‘s nachts en ten tweede, ‘Om jezelf voor de gek te houden’.
Je trekt die muts over je ogen, anders schijnt de maan zoals een schijnwerper op je en houdt je wakker. Het is griezelig en mooi om de Canyon in het maanlicht te zien.

Dus, een typische dag ziet er uit als volgt: Je staat op om 5 uur als het nog donker is. Je verbindt je voeten, stopt je slaapzak weer terug in je rugzak, grijpt een energie bar (en pijnstillers). Dit wordt genoemd, je eerste ontbijt. Iedereen is haastig, veters vastmaken, dingen inpakken . Het kamp is rustig….in afwachting van de komende dag.
We beginnen aan de serieuze taak van lopen, ofschoon het nog donker is.

We moeten zoveel mogenlijk lopen voordat de zon de diepte van de Canyon bereikt. Elke kilometer die je in de schaduw loopt, is een kilometer waar je later dankbaar voor bent. Later op de dag slaat de zon intens op je neer met iets van 40 graden Celsius (misschien meer?).

Als de zon boven de horizon kruipt, begin je naar de schaduwrijke kanten van de Canyon te gaan. We beginnen kris kras te lopen – zoekend naar schaduwen, waar we ook gaan.
De zon bereikt de diepte van de Canyon veel later – de zijkanten van de Canyon beschermt je zodoende voor heel wat uurtjes. Dan, als er niets meer aan te doen is en de zon je uit elke hoek te pakken heeft, zoek je een beetje schaduw en stopt voor het tweede beste moment van de dag – tweede ontbijt.

Iedereen houdt van het tweede ontbijt. Tegen die tijd heb je al de pijnen van de vorige dag eruit gelopen (of weg gedronken) en je hebt een beetje meer tijd. De kleine kookstelletjes komen tevoorschijn. Er heerst een echte kameraadschap. Als er iemand water kookt, kookt hij voor zoveel mensen tegelijk als wat er water in zijn pan kan. Iemand anders deelt bekers voor koffie uit enz.
Iets vreemds met hiken: hoe verder je komt met de hike, hoe minder je gaat eten. Je lichaam kan verbazend goed met kleinere rantsoenen functioneren. Je beseft dat het eten van grote maaltijden je vertraagt en je moe maakt.

Je hoort stemmen zachtjes praten, maar wat harder schreeuwt dan enig menselijk geluid, is het geluid van de stilte. Je hoort de wind om de hoeken waaien, soms hoor je geritsel van zand over zand. Vergeet niet dat dit woestijngebied is.

Het is prachtig in al zijn grimmigheid. Het is eenvoudig en toch groeien er de meest prachtige kleine bloemetjes. Wat dood en levenloos leek van boven is prachtig hier beneden.

Vervolgens nemen we met spijt afscheid van dit bijzondere moment en beginnen aan het moeilijkste stuk van de dag. Het wordt warmer en de zon slaat genadeloos neer. Zelfs de meest spraakzamen onder ons (ja, ik!), worden stil als het een strijd wordt van wil en geest om door te gaan. Water wordt genomen, uit poelen langs de weg.

Nog een grappig verhaal hierover. Jonathan was heel zorgvuldig om zijn water te zuiveren. Maar, we deelden water en pas later kwam hij er achter dat hij ‘ongezuiverd’ water van mij gedronken had. Het is een gok om te besluiten – je drinkt het water zoals het is en neemt je kansen, of je doet er deze vreselijke zuiveringstabletten in. Wel, we werden niet ziek – dus ik denk dat ik goed gegokt had!

Op sommige plaatsen leek het water slecht, dat kun je zien. We hebben zelfs voor water gegraven op een punt, omdat het water van de poel zo yuk was.

Het team heeft vaste punten waarop ze stoppen. Ze zijn zo ervaren, ze weten precies hoe ver we moeten bereiken elke dag en alles wordt dienovereenkomstig uitgestippeld.

Lunch is een welkome onderbreking. We zoeken naar een boom, struik of iets wat schaduw geeft van de zinderende zon. Lunch bestaat gewoonlijk uit snacker bars, provitas en als je energie over hebt om water te koken – dan soep. Pinda’s, rozijnen en chocolade wordt ook gegeten. Daar beneden in de Canyon smaakt het eten overheerlijk. We lachten om verhalen, verteld door de hikers die naar huis gingen en tegen hun families zeiden om hetzelfde voedsel te kopen wat ze meegenomen hadden op de hike. Om er dan achter te komen dat het eigenlijk niet zo lekker was. Daar beneden – alles is heerlijk!

Na de lunch is er gewoonlijk nog een klein stukje te gaan tot ons kamp. Misschien een 2 uur lopen. Eenmaal aangekomen, gaat iedereen uitpakken. Je legt de spullen klaar voor de nacht – want alles is gemakkelijker om bij daglicht te doen. De mannen spelen spelletjes – wow – waar krijgen ze de energie vandaan?

Dit is de beste tijd van de dag. Ze maken een vuur en de mensen zitten rondom en praten. Er is voldoende tijd om avondeten te maken – dat doen we in teams.
Ha – afwassen, daar zul je van grillen. Je gebruikt geen zeep – het vervuilt het water. Je wast je borden uit met zand en water. Yep – morgen eet je weer van hetzelfde bord. Je bent te moe om je daar zorgen over te maken!
Zei ik, dat ik dit weer wilde doen?

Het laatste wat je doet, is in je slaapzak kruipen. Je valt in slaap onder de sterren en de maan en de lange schaduwen van de zijkanten van de Canyon..
Ja – Ik denk dat ik dit weer wil doen!









No comments:

Post a Comment