Toen de kinderen thuiskwamen, wist ik niet wat me overkwam. Ze waren zo getraumatiseerd dat ik niet wist wat ik moest doen. Ze vielen huilend op de bank. Als ik er eentje probeerde te troosten, dan zat de volgende ergens anders te huilen.
Ik belde mijn ouders op om me te komen helpen, want ik had geen armen genoeg om hen vast te houden en geen oren genoeg om te luisteren. In wanhoop belden we ook de counselor om haar hulp te vragen. Het duurde 3 uur om hen tot bedaren te brengen.
De counselor wilde maatregelen instellen om de Prof te verbieden om de kinderen zonder toezicht te zien. Ik vroeg haar voor uitstel, om alles te laten bezinken voordat er enige drastische stappen genomen zouden worden. De Prof heeft hen daarna voor ongeveer een maand niet gezien – want de volgende keer dat ze naar hem toe zouden gaan, besloten ze zelf, dat ze niet wilden gaan.
Intussen nam ik contact op met de Prof en vroeg hem om me te ontmoeten voor koffie.
Ik vraag me af of hij dacht dat ik met koppen koffie zou gaan gooien? Ik was er kwaad genoeg voor! Ik ontmoette hem bij Mugg and Bean. Toen hij binnenliep, kwam er een ontzettende kalmte over me en de Here inspireerde mij om met vriendelijkheid tegen hem te spreken.
Dit heb ik gedaan, zo goed als ik kon. Ik ben er niet zeker van of hij veel gehoord heeft van wat ik te zeggen had. Ik zei tegen hem dat ik altijd een buffer geweest ben tussen hem en de kinderen. Nu ik hen niet langer kon beschermen, stelde ik hem voor om professionele hulp te krijgen om hem te helpen in deze nieuwe situatie ( die hij zelf gecreĆ«erd had – maar die gedachte hield ik voor mezelf).
Hij was heel rustig tijdens dit gesprek. Ik zei tegen hem dat de counselor de weekenden met hem onder toezicht wilde stellen en dat hij zou moeten bewijzen dat hij verantwoordelijk voor hen kon zorgen. Nu ik vandaag terugkijk, denk ik, dat hij dit gesprek als een soort straf beschouwde. Zijn gedachte over mij was waarschijnlijk: “ik weet wat het beste is voor de kinderen” – wie zal het zeggen?
Toen gebeurde er iets eigenaardigs – of liever gezegd – iets wat me verbaasde. Ik had lang geworsteld met het begrip van vergeving in mijn hart. Ik hoorde Werner’s herhaalde woorden in mijn oren: “Yvonne, je moet hen vergeven”.
Ik had hierover gepiekerd en met het oog om verder te gaan, zou ik zowel de Prof en Cream Puff moeten vergeven. Maar nooit, tot nu toe, had ik gevoeld dat ik met eerlijkheid in mijn hart zou kunnen zeggen, dat ik dat had gedaan.
Nu, onder deze ongustige omstandigheden wist ik dat ik het kon. Ik zei tegen de Prof – ik heb je vergeven…. Jou en Cream Puff, voor de dingen die je gedaan hebt. Hij zat met een nietszeggende blik en zei geen woord.
Het leek niet alsof hij mijn vergeving wilde heben of dat het maar het geringste beetje verschil zou maken voor hem. Maar voor mezelf maakte het een groot verschil. Plotseling was ik vrij. Ik besef ook nu achteraf , dat mijn relatie met Werner, pas begon NADAT ik mijn ‘vergevings toespraak’ had gegeven. Pas toen begonnen dingen vooruit te gaan in mijn leven.
En de kinderen? Ze hebben uitgebreide counseling gekregen hiervoor en voor soortgelijke incidenten. Ik heb hen in lange tijd niet gevraagd hoe ze hierover voelen – voelt als oude wonden openmaken. Maar de mensen die de kinderen kennen, zeggen allemaal hetzelfde: ze zijn gelukkige, evenwichtige kinderen.
Ik denk dat we er trots op kunnen zijn om door deze moeilijke tijden gekomen te zijn, evenals het feit dat we de weekenden van de kinderen met hun vader, in ere houden.
Als ik soms met een vleugje woede schrijf over de Prof, bedenk dan, dat ik nog steeds in conflict ben met hem tot vandaag de dag toe en dit ‘VERGEVEN’ ding – lijkt een voortdurende affaire te zijn – vergeef de woordspeling.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment